1. Bij gegronde twijfel mag de bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong verzoeken om aanvullende informatie, met inbegrip van de verstrekking van gewone of beëdigde vertalingen, overeenkomstig artikel 4 quinquies, leden 2 en 3, van Richtlijn 2005/36/EG.
(1) Bei hinreichend begründeten Zweifeln kann die zuständige Behörde des Aufnahmemitgliedstaats von der zuständigen Behörde des Herkunftsmitgliedstaats zusätzliche Informationen, einschließlich einfacher oder beglaubigter Übersetzungen, gemäß Artikel 4d Absätze 2 und 3 der Richtlinie 2005/36/EG anfordern.