8. Indien er redelijke gronden bestaan om te vermoeden dat het vaartuig, hoewel het onder een vreemde vlag vaart of weigert zijn vlag te tonen, in feite de nationaliteit van de ontvangende lidstaat of een deelnemende lidstaat heeft, controleert de deelnemende eenheid of het vaartuig het recht heeft onder de vlag van de lidstaat in kwestie te varen.
(8) Besteht der begründete Verdacht, dass ein Schiff, obwohl es eine fremde Flagge führt oder sich weigert, seine Flagge zu zeigen, in Wirklichkeit die Staatszugehörigkeit des Einsatzmitgliedstaats oder eines beteiligten Mitgliedstaats besitzt, so überprüfen die beteiligten Einsatzkräfte das Recht des Schiffs, seine Flagge zu führen.