Dit hoofdstuk bevat bepalingen krachtens welke een persoon die in meerdere lidstaten heeft gewerkt één enkel aanspreekpunt kan hebben voor de berekening van het ouderdoms- en nabestaandenpensioen, namelijk de instantie van de lidstaat waar hij verblijft op het ogenblik dat het pensioen wordt aangevraagd.
Das Kapitel enthält Bestimmungen, die es einer Person, welche in verschiedenen Mitgliedstaaten gearbeitet hat, ermöglichen, sich zwecks Berechnung der Alters- und Hinterbliebenenrenten an einen einzigen Ansprechpartner zu wenden, nämlich an die Behörde des Landes, in der die Person wohnt, wenn die Rente beantragt wird.