Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «lidstaat waarin hij moet werken » (Néerlandais → Allemand) :

De richtlijn 77/388/EEG bepaalt de gevallen waarin reisbureaus onderworpen zijn aan de btw (artikel 26, lid 1), preciseert in welke lidstaat de btw moet worden geïnd en welke maatstaf van heffing moet worden gehanteerd (artikel 26, lid 2).

In der Richtlinie 77/388/EWG sind die Fälle festgelegt, in denen Reisebüros der Mehrwertsteuer unterliegen (Artikel 26 Absatz 1) und wird präzisiert, in welchem Mitgliedstaat die Mehrwertsteuer erhoben und welche Besteuerungsgrundlage angewandt werden muss (Artikel 26 Absatz 2).


Uit de tekst en de parlementaire voorbereiding van artikel 23 van de Grondwet blijkt dat de Grondwetgever niet enkel rechten beoogde te waarborgen, maar ook plichten wilde vooropstellen, uitgaande van de idee dat « het de plicht van de burger is om mee te werken aan de sociale en de economische vooruitgang van de maatschappij waarin hij leeft » (Parl. St., Senaat, B.Z. 1991-1992, nr. 100-2/4°, pp. 16-17).

Aus dem Wortlaut von Artikel 23 der Verfassung sowie aus dessen Vorarbeiten geht hervor, dass der Verfassungsgeber nicht nur Rechte gewährleisten, sondern auch Pflichten vorschreiben wollte, und zwar ausgehend von dem Gedanken, dass « der Bürger verpflichtet ist, am sozialen und wirtschaftlichen Fortschritt der Gesellschaft, in der er lebt, mitzuwirken » (Parl. Dok., Senat, Sondersitzungsperiode 1991-1992, Nr. 100-2/4°, SS. 16-17).


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ...[+++]gesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is, de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, en zelfs andere supranationale wettelijke bepalingen zoals met name het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (artikel 8 ervan), doordat het de niet binnen de wettelijke termijn ingestelde vordering tot betwisting van het vaderschap als absolute grond van niet-ontvankelijkheid instelt, zonder dat de rechter bij wie een dergelijke vordering aanhangig is gemaakt, de mogelijkheid heeft om te beoordelen of de biologische waarheid, rekening houdend met de aanwezige belangen (en in het bijzonder het hogere en primordiale belang van het kind) en met het gedrag van de partijen, niet moet samenvallen met de door het betrokken kind beleefde socioaffectieve werkelijkheid, in een casus waarin nooit enige band, welke dan ook, tussen het kind en zijn wettelijke vader heeft bestaan, noch thans bestaat (het kind is geboren en werd opgevoed binnen een gezinskern die meer bepaald uit zijn moeder en zijn biologische vader bestond voordat die uit elkaar gingen), waardoor in feite een verkeerde en volkomen onnatuurlijke afstamming wordt bekrachtigd en beperkte rechten worden toegekend aan de biologische vader, die alleen een recht op persoonlijk contact kan eisen terwijl hij in werkelijkheid vrijwe ...

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vater ...[+++]


Art. 2. Artikel 56sexies, § 1, tweede lid, van de algemene kinderbijslagwet van 19 december 1939 (AKBW), gewijzigd bij de wet van 4 april 2014, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende : « 6° die een werknemer uit een derde land is die is toegelaten met het oog op werk of die mag werken zoals bedoeld in artikel 3, paragraaf 1, onder b) en c), van de Richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van de ...[+++]

Art. 2 - Artikel 56sexies, § 1, Absatz 2 des Allgemeinen Familienbeihilfengesetzes vom 19. Dezember 1939 (AFBG), geändert durch das Gesetz vom 4. April 2014 wird durch die Bestimmung unter Punkt 6 ergänzt: « 6. die Drittstaatsarbeitnehmer sind, die sich zu Arbeitszwecken aufhalten dürfen oder die arbeiten dürfen im Sinne des Artikels 3, Absatz 1, Buchstaben b und c der Richtlinie 2011/98/EU des Europäischen Parlaments und des Rates vom 13. Dezember 2011 über ein einheitliches Verfahren zur Beantragung einer kombinierten Erlaubnis für Drittstaatsangehörige, sich im Hoheitsgebiet eines Mitgliedstaats aufzuhalten und zu arbeiten, sowie ü ...[+++]


Art. 3. Artikel 1, zevende lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende : « 6° de werknemer uit een derde land die is toegelaten met het oog op werk of die mag werken zoals bedoeld in artikel 3, paragraaf 1, onder b) en c), van de Richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een ...[+++]

Art. 3 - Artikel 1, Absatz 7 des Gesetzes vom 20. Juli 1971 zur Einführung garantierter Familienleistungen, geändert durch das Gesetz vom 21. Dezember 2013, wird durch die Bestimmung unter Punkt 6 ergänzt: « 6. Drittstaatsarbeitnehmer, die sich zu Arbeitszwecken aufhalten dürfen oder die arbeiten dürfen im Sinne des Artikels 3, Absatz 1, Buchstaben b und c der Richtlinie 2011/98/EU des Europäischen Parlaments und des Rates vom 13. Dezember 2011 über ein einheitliches Verfahren zur Beantragung einer kombinierten Erlaubnis für Drittstaatsangehörige, sich im Hoheitsgebiet eines Mitgliedstaats aufzuhalten und zu arbeiten, sowie über ein g ...[+++]


M. overwegende dat het omwille van de eerbiediging van de wetgeving van de lidstaat op wiens grondgebied de akte moet worden overgelegd om te worden gebruikt, echter nodig is zekerheid te hebben dat de erkenning van de bewijskracht niet inhoudt dat de buitenlandse authentieke akte, vanwege het feit dat hij in de lidstaat waar hij moet overgelegd wordt erkend, een sterkere bewijskracht heeft dan nationale authentieke akten van die ...[+++]

M. in der Erwägung, dass die Achtung der Rechtsvorschriften des Mitgliedstaates, in dessen Hoheitsgebiet die Urkunde zum Zwecke ihrer Verwendung vorgelegt werden muss, jedoch die Gewissheit voraussetzt, dass die Anerkennung der Beweiskraft nicht bedeutet, dass die ausländische öffentliche Urkunde aufgrund der Anerkennung in dem Mitgliedstaat, in dem sie vorgelegt werden muss, eine höhere Beweiskraft hat als die nationaler öffentlicher Urkunden dieses Mitgliedstaates; in der Erwägung, dass das materielle Anwendungsgebiet der verlangt ...[+++]


M. overwegende dat het omwille van de eerbiediging van de wetgeving van de lidstaat op wiens grondgebied de akte moet worden overgelegd om te worden gebruikt, echter nodig is zekerheid te hebben dat de erkenning van de bewijskracht niet inhoudt dat de buitenlandse authentieke akte, vanwege het feit dat hij in de lidstaat waar hij moet overgelegd wordt erkend, een sterkere bewijskracht heeft dan nationale authentieke akten van die l ...[+++]

M. in der Erwägung, dass die Achtung der Rechtsvorschriften des Mitgliedstaates, in dessen Hoheitsgebiet die Urkunde zum Zwecke ihrer Verwendung vorgelegt werden muss, jedoch die Gewissheit voraussetzt, dass die Anerkennung der Beweiskraft nicht bedeutet, dass die ausländische öffentliche Urkunde aufgrund der Anerkennung in dem Mitgliedstaat, in dem sie vorgelegt werden muss, eine höhere Beweiskraft hat als die nationaler öffentlicher Urkunden dieses Mitgliedstaates; in der Erwägung, dass das materielle Anwendungsgebiet der verlangte ...[+++]


M. overwegende dat het omwille van de eerbiediging van de wetgeving van de lidstaat op wiens grondgebied de akte moet worden overgelegd om te worden gebruikt, echter nodig is zekerheid te hebben dat de erkenning van de bewijskracht niet inhoudt dat de buitenlandse authentieke akte, vanwege het feit dat hij in de lidstaat waar hij moet overgelegd wordt erkend, een sterkere bewijskracht heeft dan nationale authentieke akten van die ...[+++]

M. in der Erwägung, dass die Achtung der Rechtsvorschriften des Mitgliedstaates, in dessen Hoheitsgebiet die Urkunde zum Zwecke ihrer Verwendung vorgelegt werden muss, jedoch die Gewissheit voraussetzt, dass die Anerkennung der Beweiskraft nicht bedeutet, dass die ausländische öffentliche Urkunde aufgrund der Anerkennung in dem Mitgliedstaat, in dem sie vorgelegt werden muss, eine höhere Beweiskraft hat als die nationaler öffentlicher Urkunden dieses Mitgliedstaates; in der Erwägung, dass das materielle Anwendungsgebiet der verlangt ...[+++]


De plicht voor een jonge afgestudeerde om een aantal jaren te werken in de lidstaat waarin hij of zij is opgeleid en de opleidingskosten terug te betalen als die plicht wordt verzaakt, kan neerkomen op een inbreuk op de Gemeenschapsregels inzake het vrije verkeer van werknemers.

Berufsanfänger dazu zu verpflichten, die Ausbildungskosten zurückzuerstatten, sofern sie nicht mehrere Jahre lang im Ausbildungsland arbeiten, stellt jedoch möglicherweise eine Verletzung der EG-Vorschriften über die Freizügigkeit der Arbeitnehmer dar.


L. erop wijzend dat het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft bepaald dat het beginsel van non-discriminatie, zoals met name vervat in artikel 12 van het EG-Verdrag, de garantie biedt dat een persoon die slachtoffer van een misdrijf is geworden in een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst of wettig verblijf, wordt behandeld en, eventueel, schadeloos gesteld als was hij een onderdaan van de lidstaat waarin hij slachtoffer werd van het misdrijf,

L. unter Verweis auf die Rechtssprechung des Gerichtshofes der Europäischen Gemeinschaften, nach der durch den Grundsatz der Nichtdiskriminierung, der insbesondere im Artikel 12 des EG-Vertrags verankert ist, sichergestellt wird, dass eine Person, die in einem Mitgliedstaat Opfer wird, der nicht ihr Heimatstaat oder derjenige ist, in dem sie ihren rechtlichen Wohnsitz hat, behandelt bzw. entschädigt wird, als ob sie Staatsangehörige desjenigen Staates wäre, in dem die Straftat gegen sie begangen wurde,




D'autres ont cherché : welke lidstaat     gevallen waarin     reisbureaus onderworpen zijn     btw     preciseert in     maatschappij waarin     grondwetgever     mee te werken     noch thans bestaat     casus waarin     kind en zijn     kind opeist     worden     lidstaat     4 april     niet     werken     lidstaat waar     akte     akte moet worden     lidstaat waarin     jaren te werken     andere lidstaat     misdrijf is geworden     lidstaat waarin hij moet werken     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'lidstaat waarin hij moet werken' ->

Date index: 2022-02-05
w