28 Het Gerecht heeft erop gewezen dat, ook al moet het BHIM artikel 6 quinquies van het Verdrag van Parijs eerbiedigen, het gemeenschapsmerkenrecht volgens de vijfde overweging van de considerans van verordening nr. 40/94 niet in de plaats treedt van het merkenrecht van de lidstaten.
Dazu hat das Gericht ausgeführt, dass das gemeinschaftliche Markenrecht, auch wenn eine Bindung des HABM an Art. 6 PVÜ unterstellt werde, nach dem fünften Erwägungsgrund der Verordnung Nr. 40/94 nicht an die Stelle der Markenrechte der Mitgliedstaaten trete.