3. benadrukt dat het belangrijk is dat EU-financiering een aanvulling vormt op die van de lidstaten en zorgt voor een katalysatoreffect dat de EU ertoe aanzet op te treden in regio's die niet in aanmerking komen voor bilaterale hulp; steunt met name de gezamenlijke programmering van acties van lidstaten en van de EU; is van mening dat de samenhang tussen het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking en ander Europees beleid dat gevolgen kan hebben in de ontwikkelingslanden eveneens van fundamenteel belang is; ook de coördinatie van de EU met andere donoren van ontwikkelingshulp is van essentieel belang;
3. unterstreicht die Bedeutung des komplementären Charakters der Hilfe der EU und der Mitgliedstaaten und den Katalysatoreffekt Ersterer in Bezug auf Interventionen in Regionen, in denen keine bilaterale Hilfe geleistet wird; unterstützt insbesondere die gemeinsame Planung von Maßnahmen der Mitgliedstaaten und der EU; weist darauf hin, dass darüber hinaus die Kohärenz der Kooperationspolitik für die Entwicklung und anderer europäischer politischer Maßnahmen, die sich auf die Entwicklungsländer auswirken könnten, von grundlegender Bedeutung und dass auch die Koordinierung zwischen der EU und anderen Gebern wesentlich ist;