Vertaling van "lidstaten expliciet gehouden buitensporige overheidstekorten " (Nederlands → Duits) :

Op grond van artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zijn de lidstaten expliciet gehouden buitensporige overheidstekorten te vermijden.
Gemäß Artikel 126 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union (AEUV) sind die Mitgliedstaaten eindeutig dazu verpflichtet, übermäßige öffentliche Defizite zu vermeiden.

Daarom zijn de lidstaten verplicht om buitensporige overheidstekorten te vermijden die op basis van de volgende twee hoofdcriteria worden vastgesteld: tekorten en schulden.
In der Praxis bedeutet dies, dass die Mitgliedstaaten ein übermäßiges Defizit des öffentlichen Haushalts vermeiden sollen; dies wird anhand zweier Kriterien ermittelt: nämlich Defizit und Staatsschuld.

De versterking van het SGP heeft verbetering gebracht in de aan lidstaten gerichte richtsnoeren voor een prudent begrotingsbeleid en heeft voor de lidstaten die de euro als munt hebben, het opleggen van sancties wegens het niet-naleven van een prudent begrotingsbeleid versterkt en meer automatisch gemaakt, teneinde buitensporige overheidstekorten te vermijden.
Durch die Stärkung des Stabilitäts- und Wachstumspakts wurden die Leitlinien für die Mitgliedstaaten in Bezug auf eine umsichtige Finanzpolitik verbessert, und das Verfahren zur Verhängung von Sanktionen für Verstöße gegen eine umsichtige Haushaltspolitik gegen die Mitgliedstaaten, deren Währung der Euro ist, wurde verschärft und stärker automatisiert, damit keine übermäßigen staatlichen Defizite entstehen.

Daarom worden in de richtlijn voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten gegeven, die moeten waarborgen dat wordt voldaan aan de in artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) neergelegde verplichting om buitensporige overheidstekorten te vermijden.
Deshalb werden in der Richtlinie die Regeln für die haushaltspolitischen Rahmen der Mitgliedstaaten festgelegt, die notwendig sind, damit die Verpflichtung zur Vermeidung übermäßiger öffentlicher Defizite gemäß Artikel 126 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union (AEUV) eingehalten wird.

Die voorschriften zijn noodzakelijk om te waarborgen dat de lidstaten de verplichtingen om overeenkomstig het VWEU buitensporige overheidstekorten te vermijden, naleven.
Diese Vorschriften sind notwendig, um zu gewährleisten, dass die Mitgliedstaaten den vertraglichen Verpflichtungen des AEUV hinsichtlich der Vermeidung übermäßiger öffentlicher Defizite entsprechen.

In deze richtlijn worden gedetailleerde voorschriften vastgesteld voor de kenmerken van de begrotingskaders van de lidstaten welke noodzakelijk zijn om de naleving te waarborgen van de verplichtingen van de lidstaten overeenkomstig het Verdrag om buitensporige overheidstekorten te vermijden .
In dieser Richtlinie werden detaillierte Vorschriften festgelegt, die bestimmen, welchen Anforderungen die haushaltspolitischen Rahmen der Mitgliedstaaten genügen müssen, damit gewährleistet ist, dass den vertraglichen Verpflichtungen der Mitgliedstaaten hinsichtlich der Vermeidung übermäßiger öffentlicher Defizite entsprochen wird .

1. De lidstaten vermijden buitensporige overheidstekorten.
(1) Die Mitgliedstaaten vermeiden übermäßige öffentliche Defizite.

In dit verband moeten stabiliteitsprogramma's worden uitgevoerd door de lidstaten die de euro hebben aangenomen en convergentieprogramma's door de lidstaten die de euro niet hebben aangenomen, zulks overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid ; deze programma's moeten leiden tot het voorkomen van buitensporige overheidstekorten als bedoeld in artikel 104 van het Verdrag.
Daher müssen die Mitgliedstaaten, die den Euro eingeführt haben, Stabilitätsprogramme und die Mitgliedsstaaten, die den Euro nicht eingeführt haben, Konvergenzprogramme gemäß der Verordnung (EG) Nr. 1466/97 des Rates vom 7. Juli 1997 über den Ausbau der haushaltspolitischen Überwachung und der Überwachung und Koordinierung der Wirtschaftspolitiken durchführen, die es ermöglichen, übermäßige öffentliche Defizite nach Artikel 104 des Vertrags zu vermeiden.

D. overwegende dat eind 2002 slechts vier van de lidstaten die deel uitmaken van de Eurozone - samen goed voor nauwelijks 18% van het BBP van de Eurozone - en in 2004 vijf lidstaten in de Eurozone een begrotingssituatie dicht bij het evenwicht hadden bereikt; dat het aantal lidstaten in de Eurozone met een begrotingstekort van meer dan 3% van het BBP gestegen is van drie naar vier; dat sinds het bestaan van het Stabiliteits- en groeipact, 12 lidstaten de regels van dit pact of van het Verdrag hebben overtreden, waaronder vijf in de Eurozone - Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Nederland en Portugal -, plus het Verenigd Koninkrijk waarop de procedure inzake buitensporige tekorten niet van toepassing is maar dat, zolang het in de tweede fase verkeert, niettemin gebonden is aan de eisen die zijn neergelegd in artikel 116, lid 4 van het Verdrag "om te streven naar het voorkomen van buitensporige overheidstekorten"; dat de procedure inzake buitensporige tekorten ook in werking werd gesteld tegen zes nieuwe lidstaten, die de 3%-grens hebben overschreden, namelijk de Tsjechische Republiek, Cyprus, Hongarije, Malta, Polen en Slowakije,
D. in der Erwägung, dass Ende 2002 nur vier Mitgliedstaaten des Euro-Raums – auf die insgesamt über 18% des BIP des Euro-Raums entfielen – und 2004 fünf Mitgliedstaaten des Euro-Raums eine nahezu ausgeglichene Haushaltsposition aufwiesen; in der Erwägung, dass umgekehrt die Zahl der Mitgliedstaaten des Euro-Raums mit einem Haushaltsdefizit von über 3% des BIP von drei auf vier gestiegen ist; in der Erwägung, dass seit Einführung des Stabilitäts- und Wachstumspakts 12 Mitgliedstaaten dessen Bestimmungen bzw. die Bestimmungen des EG-Vertrags verletzt haben, darunter fünf Mitgliedstaaten, die dem Euro-Raum angehören – Portugal, Deutschland, Frankreich, die Niederlande und Griechenland – , und das Vereinigte Königreich, auf das das Verfahren bei einem übermäßigen Defizit keine Anwendung findet, das aber dennoch an die Bestimmung von Artikel 116 Absatz 4 des EG-Vertrags gebunden ist, wonach die Mitgliedstaaten in der zweiten Stufe "bemüht (sind), übermäßige öffentliche Defizite zu vermeiden"; in der Erwägung, dass das Verfahren bei einem übermäßigen Defizit auch gegen die sechs neuen Mitgliedstaaten eingeleitet wurde, die über der 3%-Schwelle liegen: die Tschechische Republik, Zypern, Ungarn, Malta, Polen und die Slowakische Republik,

D. overwegende dat eind 2002 slechts vier van de lidstaten die deel uitmaken van de Eurozone - samen slechts goed voor 18% van het BBP van de Eurozone - en in 2004 vijf lidstaten in de Eurozone een evenwicht hadden bereikt; overwegende dat het aantal lidstaten in de Eurozone met een begrotingstekort van meer dan 3% van het BBP gestegen is van drie naar vier; overwegende dat sinds het bestaan van het Stabiliteits- en Groeipact, 12 lidstaten de regels van dit pact of van het Verdrag hebben overtreden, waaronder vijf in de Eurozone - Portugal, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Griekenland -, plus het Verenigd Koninkrijk waarop de tekortprocedure niet van toepassing is maar dat, zolang het in de tweede fase verkeert, niettemin gebonden is aan de eisen die zijn neergelegd in artikel 116, lid 4 van het Verdrag "om te streven naar het voorkomen van buitensporige overheidstekorten"; overwegende dat de procedure inzake buitensporige tekorten ook in werking werd gesteld tegen zes nieuwe lidstaten, die de 3%-grens hebben overschreden, namelijk Hongarije, de Tsjechische Republiek, Cyprus, Malta en Slowakije,
D. in der Erwägung, dass Ende 2002 nur vier Mitgliedstaaten des Euro-Raums – auf die insgesamt über 18% des BIP des Euro-Raums entfielen – und 2004 fünf Mitgliedstaaten des Euro-Raums eine nahezu ausgeglichene Haushaltsposition aufwiesen; in der Erwägung, dass umgekehrt die Zahl der Mitgliedstaaten des Euro-Raums mit einem Haushaltsdefizit von über 3% des BIP von drei auf vier gestiegen ist; in der Erwägung, dass seit Einführung des Stabilitäts- und Wachstumspakts 12 Mitgliedstaaten seine Bestimmungen bzw. die Bestimmungen des Vertrags verletzt haben, darunter fünf Mitgliedstaaten, die dem Euro-Raum angehören – Portugal, Deutschland, Frankreich, die Niederlande und Griechenland – , und das Vereinigte Königreich, auf das das Verfahren bei einem übermäßigen Defizit keine Anwendung findet, das aber dennoch an die Bestimmung von Artikel 116 Absatz 4 des Vertrags gebunden ist, wonach die Mitgliedstaaten in der zweiten Stufe „bemüht (sind), übermäßige öffentliche Defizite zu vermeiden“; in der Erwägung, dass das Verfahren bei einem übermäßigen Defizit auch gegen die sechs neuen Mitgliedstaaten eingeleitet wurde, die über der 3%-Schwelle liegen: Ungarn, die Tschechische Republik, Zypern, Malta, Polen und die Slowakei,