2.
betreurt dat uit de cijfers blijkt dat de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling in de EU gemiddeld slechts 1,84% van het BBP uitmaken, tegen 2,68% in de VS en 3,18% in Japan en dat de uitgaven uiteenlopen van 0,39% in Roemenië en 0,4% in Cyprus tot 3,86% in Zweden; beklemtoont het belang van verhoging van de gemiddelde uitgaven en hogere
uitgaven in sommige lidstaten; vestigt de aandacht op het belang van een betere oriëntatie van de verschillende inspanningen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling in de Unie, in het bijzo
...[+++]nder om de overgang naar de digitale economie te vergemakkelijken; dit is van fundamenteel belang voor het scheppen van de juiste voorwaarden om tot de kenniseconomie te komen waar in de strategie van Lissabon om wordt gevraagd; 2. bedauert, dass die Zahlen über die Ausgaben für FuE beweisen, dass der EU-Durchschnitt bei nur 1,84 % des BNP liegt (gegenüber 2,68 % in den USA und 3,18 % in Japan) und dass die Ausgaben in den einzelnen Ländern unterschiedlich sind: von 0,39 % in Rumänien und 0,4 % in Zypern bis 3,86 % in Schweden; weist mit Nachdruck darauf hin, dass sowohl die durchschnittlichen Ausgaben als auch die
Ausgaben in manchen Mitgliedstaaten angehoben werden müssen; betont, wie wichtig eine gezieltere Ausrichtung der verschiedenen Anstrengungen im Bereich Forschung und Entwicklung in der gesamten Union ist, insbesondere im Hinblick auf die Erleichteru
...[+++]ng des Übergangs zur digitalen Wirtschaft; hält dies für wesentlich, wenn die Voraussetzungen dafür geschaffen werden sollen, dass die im Rahmen der Lissabon-Strategie geforderte wissensgestützte Wirtschaft Realität wird;