– gezien Richtlijn 2002/14/EG betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers, Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag en Richtlijn 94/45/EG van de Raad van 22 september 1994 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad, overwegende dat de twee laatstgenoemde richtlijnen beide betrekking hebben op de harmonisering van de wetgeving van de lidstaten inzake instrumenten voor sociale dialoog tussen directie en werknemers,
– unter Hinweis auf die Richtlinie 2002/14/EG vom 11. März 2002 über die Unterrichtung und Anhörung der Arbeitnehmer, die Richtlinie 98/59/EG vom 20. Juli 1998 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über Massenentlassungen und der Richtlinie 94/45/EG vom 22. September 1994 über die Einsetzung eines Europäischen Betriebsrats; in der Erwägung, dass die beiden letztgenannten Richtlinien die Harmonisierung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Instrumente des sozialen Dialogs betreffen,