(21) De lidstaten moeten procedures vaststellen voor het verlenen van toestemming voor de aanleg van geplande kabelbaaninstallaties en de aanpassing van dergelijke installaties en voor de inbedrijfstelling daarvan, om ervoor te zorgen dat de kabelbaaninstallatie veilig wordt gebouwd en gemonteerd ter plaatse, in overeenstemming met de veiligheidsanalyse, waarvan de resultaten worden opgenomen in het veiligheidsrapport, alsmede met alle toepasselijke wettelijke voorschriften.
(21) Die Mitgliedstaaten sollten Verfahren für die Genehmigung des Baus geplanter Seilbahnen und der Änderung solcher Anlagen sowie für deren Inbetriebnahme festlegen, damit gewährleistet ist, dass die Seilbahn sicher und in Übereinstimmung mit der Sicherheitsanalyse, deren Ergebnisse in den Sicherheitsbericht aufgenommen sind, und den einschlägigen rechtlichen Anforderungen gebaut und an ihrem Standort errichtet wird.