H. overwegende dat de toepassing door Israël van de associatieovereenkomst EU-Israël ten aanzien van de bezette gebieden tot een ontoereikende uitvoering van de EU-wetgeving heeft geleid, die, zoals het Europese hof van Justitie in de zaak Brita GmbH tegen Hauptzollamt Hamburg-Hafen heeft bevestigd, de douaneautoriteiten van de lidstaten niet toestaat om op grond van de associatieovereenkomst EU-Israël een preferentiële behandeling te geven aan producten die afkomstig zijn uit de door Israël bezette gebieden;
H. in der Erwägung, dass das Vorgehen Israels, das EU-Israel-Assoziierungsabkommen auf die besetzten Gebiete anzuwenden, zu einer unzureichenden Umsetzung des EU-Rechts geführt hat, gemäß dem es den Zollbehörden der Mitgliedstaaten nicht erlaubt ist, eine Vorzugsbehandlung nach dem EU-Israel-Assoziierungsabkommen auf Erzeugnisse aus den israelisch besetzten Gebieten zu gewähren, was vom Gerichtshof in der Rechtssache Brita GmbH gegen Hauptzollamt Hamburg-Hafen bestätigt wurde;