Behalve in geval van overmacht is voor de vissersvaartuigen van derde landen de toegang tot de havens van de lidstaten verboden, is het verboden havendiensten aan dergelijke vaartuigen te verlenen en is het voor dergelijke vaartuigen verboden in die havens activiteiten op het gebied van aanlanding, overlading of be- of verwerking aan boord te verrichten tenzij de betrokken vaartuigen voldoen aan de in dit hoofdstuk gestelde eisen en aan de andere relevante bepalingen van deze verordening.
Außer in Fällen höherer Gewalt sind der Zugang zu den Häfen der Mitgliedstaaten, Hafendienstleistungen und die Anlandung, Umladung und Verarbeitung an Bord nur solchen Fischereifahrzeugen aus Drittländern erlaubt , die den Vorschriften dieses Kapitels genügen und andere maßgebliche Vorschriften dieser Verordnung beachten.