De eerste bepaling van de richtlijn – dat lidstaten ervoor moeten zorgen dat "op hun grondgebied ten behoeve van de [kinderen van migrerende werknemers] op hun opvang gericht kosteloos onderwijs wordt geboden dat met name aan de specifieke behoeften van deze kinderen aangepast onderricht van de officiële taal of één van de officiële talen van de ontvangende Staat omvat" – lijkt weinig invloed te hebben gehad op de vormgeving van het beleid van de lidstaten ten opzichte van het complexe geheel van uitdagingen als beschreven in deze tekst.
Die erste Bestimmung der Richtlinie – die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass in ihrem Hoheitsgebiet „Kinder [von Migranten] ein kostenloser Einführungsunterricht geboten wird, der insbesondere eine Unterweisung in der Amtsprache oder einer der Amtsprachen des Aufnahmestaats umfasst“ – scheint angesichts der komplexen Herausforderungen die Politikgestaltung in den Mitgliedstaaten wenig beeinflusst zu haben.