In oktober 2003 stelde de vertegenwoordiger van de Commissie in de raad van bestuur dat de Commissie zich tegen de oprichting van nieuwe scholen zo
u verzetten, tenzij deze noodzakelijk zou zijn om onderwijsvoorzieningen voor de kinderen van EU-ambtenaren te scheppen en
tenzij deze op een locatie met reeds bestaande grote scholen zou plaatsvinden (bijvoorbeeld in Brussel of Luxemburg), en dat de Commissie zich niet verzet tegen de transformatie of de geleidelijke sluiting van de vier scholen wa
...[+++]arvan het voortbestaan slechts moeilijk te rechtvaardigen is met betrekking tot de noodzaak om voor de kinderen van EU-ambtenaren onderwijs in hun moedertaal te verzorgen.
Im Oktober 2003 erklärte der Vertreter der Kommission im Obersten Rat, die Kommission sei gegen die Eröffnung von neuen Schulen, sofern dies nicht zur Schaffung von Plätzen für die Kinder von EU-Bediensteten erforderlich sei und an Orten mit bereits vorhandenen großen Schulen, d.h. Brüssel und Luxemburg, geschehe; die Kommission sei auch nicht gegen den Umbau oder die Stilllegung der vier Schulen, deren Weiterbestehen unter Bezugnahme auf das Argument des muttersprachlichen Unterrichts für die Kinder von EU-Beamten äußerst schwer zu rechtfertigen sei .