Voor de pendeldiensten met logies en de ongeregelde diensten kunnen de Lid-Staten tot uiterlijk 28 februari 1994 het gebruik toestaan van de formulieren van de reisbladen die zijn opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 1016/68 (3) en (EEG) nr. 1172/72 (4) van de Commissie, mits zij leesbaar, onuitwisbaar en adequaat, voor zover zulks noodzakelijk is, worden gewijzigd om met het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 684/92 en in Verordening (EEG) nr. 1839/92 in overeenstemming te zijn.
Bei Pendelverkehrsdiensten mit Unterbringung sowie Gelegenheitsverkehrsdiensten dürfen die Mitgliedstaaten bis spätestens 28. Februar 1994 die Verwendung der gemäß den Bestimmungen der Verordnungen (EWG) Nr. 1016/68 der Kommission (3) und (EWG) Nr. 1172/72 der Kommission (4) vorgeschriebenen Vordrucke der Fahrtenblätter zulassen, vorausgesetzt, sie werden, soweit erforderlich, leserlich, dauerhaft und in angemessener Weise so geändert, daß sie den Vorschriften der Verordnungen (EWG) Nr. 684/92 und (EWG) Nr. 1839/92 entsprechen.