16. verduidelijkt dat het met het oog op ownership en bewustmaking van het grootste belang is dat de lokale en regionale beleidsmakers, universiteiten, onderzoeks- en innovatiecentra, het bedrijfsleven alsook het maatschappelijk middenveld en de sociale partners zo nauw mogelijk bij de ontwikkeling van een gemeenschappelijke visie worden betrokken;
16. macht deutlich, dass für die Entwicklung einer gemeinsamen Vision auch aus Gründen der Eigenverantwortung und Sensibilisierung eine möglichst enge Einbindung der lokalen und regionalen politischen Entscheidungsträger, der Universitäten, der Forschungs- und Innovationszentren, der Unternehmen und der zivilgesellschaftlichen und sozialen Akteure von elementarer Bedeutung ist;