Vertaling van "loonkloof in sommige " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

beloningsverschil | loonkloof | loonverschil
Einkommensgefälle | Lohndifferenzial | Lohngefälle | Lohnspreizung

verlof voor het verrichten van sommige militaire prestaties in vredestijd
Urlaub wegen Erbringung bestimmter militärischer Leistungen in Friedenszeiten

beloningsverschil tussen mannen en vrouwen | loonkloof tussen mannen en vrouwen | loonverschil tussen mannen en vrouwen
Einkommensgefälle zwischen Frauen und Männern | Einkommensunterschiede zwischen Frauen und Männern | Lohngefälle zwischen Frauen und Männern | Lohnlücke zwischen Frauen und Männern

aanvullende vergoeding bij sommige sociale zekerheidsuitkeringen
Zusatzentschädigung zu bestimmten Leistungen der sozialen Sicherheit

Verdrag nopens het vaststellen van een maaswijdte van visnetten en van minimummaten op sommige vissoorten
Konvention der Internationalen Überfischungskonferenz | Konvention über die Regelung der Maschen der Fischnetze und der Grössenbegrenzungen der Fische

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Wat de loonkloof tussen mannen en vrouwen betreft, zijn de inspanningen van de lidstaten vooral gericht op een strengere anti-discriminatiewetgeving (Denemarken, Zweden en het Verenigd Koninkrijk), en in sommige gevallen op de betrokkenheid van de sociale partners (Denemarken, Ierland en Spanje).
Was das geschlechtsspezifische Lohngefälle angeht, so zielen die Abhilfemaßnahmen der Mitgliedstaaten hauptsächlich auf die Stärkung der Antidiskriminierungsgesetze (Dänemark, Schweden und Vereinigtes Königreich) und in einigen Fällen auf die stärkere Einbeziehung der Sozialpartner (Dänemark, Irland und Spanien).

35. verzoekt de Commissie en de lidstaten beleidsmaatregelen te treffen die zijn toegesneden op het creëren van hoogwaardige banen voor langdurig werklozen, oudere werklozen, vrouwen en andere prioritaire groepen die bijzonder hard zijn getroffen door de crisis, zoals immigranten, de Romagemeenschap en mensen met een handicap, waaronder maatregelen ter bevordering van antidiscriminatiebeleid op de werkplek, het evenwicht tussen werk en privéleven en een leven lang leren en maatregelen die zijn toegesneden op de verbetering van het lage opleidingsniveau waar sommige van deze groepen, die veelal risico lopen op sociale uitsluiting, mee te maken hebben; dringt erop aan om in de landenspecifieke aanbevelingen systematisch de loonkloof en de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen te behandelen; dringt er bij de Commissie op aan van iedere lidstaat een nationaal banenplan te eisen voor het scheppen van banen, zoals overeengekomen met de lidstaten op de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad van 2012;
35. fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten zur Ausarbeitung einer maßgeschneiderten Politik auf, um die Schaffung von hochwertigen Arbeitsplätzen für Langzeitarbeitslose, ältere Arbeitslose, Frauen und weitere vorrangige, von der Krise besonders stark betroffene Gruppen – wie etwa Einwanderer, die Roma-Gemeinschaft oder Menschen mit Behinderungen – zu fördern, einschließlich Maßnahmen zur Förderung einer Antidiskriminierungspolitik am Arbeitsplatz, eines ausgewogenen Verhältnisses zwischen Beruf und Privatleben, des lebenslangen Lernens und der Fortbildung, und gegen das niedrige Bildungsniveau vorzugehen, von dem einige dieser häufig auch von sozialer Ausgrenzung bedrohten Gruppen betroffen sind; fordert, in den länderspezifischen Empfehlungen systematisch auf eine Reduzierung des geschlechtsspezifischen Lohn- und Rentengefälles einzugehen; fordert die Kommission nachdrücklich auf, wie auf der Frühjahrstagung des Rates 2012 beschlossen, von jedem Mitgliedstaat einen nationalen Beschäftigungsplan zu fordern;

Hoewel er in het algemeen sprake is van een licht positieve trend, wordt de loonkloof in sommige lidstaten groter, zoals in Bulgarije, Frankrijk, Letland, Hongarije, Portugal en Roemenië.
Obwohl sich allgemein eine leichte Besserung abzeichnet, gibt es auch Mitgliedstaaten, in denen sich der geschlechtsspezifische Lohnunterschied derzeit vergrößert. Dazu gehören Bulgarien, Frankreich, Lettland, Portugal, Rumänien und Ungarn.

In sommige landen, zoals Hongarije, Portugal, Estland, Bulgarije, Ierland en Spanje, is de loonkloof tussen mannen en vrouwen de afgelopen jaren groter geworden.
Doch in Ländern wie Bulgarien, Estland, Irland, Portugal, Spanien und Ungarn, stieg das geschlechtsspezifische Lohngefälle in den letzten Jahren sogar an.

C. overwegende dat het verkleinen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen uiterst langzaam vordert en dat in sommige lidstaten de loonkloof zelfs wijder is geworden; overwegende dat, ondanks de uitgebreide wetgeving die al bijna 40 jaar van kracht is, de getroffen maatregelen en de ingezette middelen (het beloningsverschil in de EU bedroeg in 2006 17,7%, in 2007 17,6%, in 2008 17,4%, in 2009 16,9% en in 2010 16,4%) de loonkloof tussen mannen en vrouwen nog altijd problematisch is en vrouwen in de EU momenteel 16,2% minder verdienen dan mannen; overwegende dat de toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid essentieel is voor de verwezenlijking van gendergelijkheid; overwegende dat de negatieve gevolgen voor vrouwen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen doorwerken na de pensioenleeftijd en vrouwen pensioenen ontvangen die gemiddeld 39% lager zijn dan die van mannen;
C. in der Erwägung, dass bei der Verringerung des geschlechtsspezifischen Lohngefälles nur äußerst langsam Fortschritte erzielt werden und sich das Gefälle sich in einigen Mitgliedstaaten sogar vergrößert hat; in der Erwägung, dass trotz der seit fast 40 Jahren geltenden zahlreichen Rechtsvorschriften, der Maßnahmen, die ergriffen und der Mittel, die eingesetzt wurden, das geschlechtsspezifische Lohngefälle nach wie vor ein Problem darstellt und gegenwärtig EU-weit bei 16, 2 % liegt (das Missverhältnis auf EU-Ebene lag 2006 bei 17, 7 %, 2007 bei 17, 6 %, 2008 bei 17, 4 %, 2009 bei 16, 9% und 2010 bei 16, 4 %); in der Erwägung, dass die Anwendung des Grundsatzes des gleichen Entgelts für gleiche und gleichwertige Arbeit für die Verwirklichung der Gleichstellung der Geschlechter von entscheidender Bedeutung ist; in der Erwägung, dass die negativen Auswirkungen des geschlechtsspezifischen Lohngefälles auf Frauen bis ins Rentenalter spürbar sind und Frauen durchschnittlich Renten beziehen, die um 39% niedriger als die Renten der Männer sind;

C. overwegende dat het verkleinen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen uiterst langzaam vordert en dat in sommige lidstaten de loonkloof zelfs wijder is geworden; overwegende dat, ondanks de uitgebreide wetgeving die al bijna 40 jaar van kracht is, de getroffen maatregelen en de ingezette middelen (het beloningsverschil in de EU bedroeg in 2006 17,7%, in 2007 17,6%, in 2008 17,4%, in 2009 16,9% en in 2010 16,4%) de loonkloof tussen mannen en vrouwen nog altijd problematisch is en vrouwen in de EU momenteel 16,2% minder verdienen dan mannen; overwegende dat de toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid essentieel is voor de verwezenlijking van gendergelijkheid; overwegende dat de negatieve gevolgen voor vrouwen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen doorwerken na de pensioenleeftijd en vrouwen pensioenen ontvangen die gemiddeld 39 % lager zijn dan die van mannen;
C. in der Erwägung, dass bei der Verringerung des geschlechtsspezifischen Lohngefälles nur äußerst langsam Fortschritte erzielt werden und sich das Gefälle sich in einigen Mitgliedstaaten sogar vergrößert hat; in der Erwägung, dass trotz der seit fast 40 Jahren geltenden zahlreichen Rechtsvorschriften, der Maßnahmen, die ergriffen und der Mittel, die eingesetzt wurden, das geschlechtsspezifische Lohngefälle nach wie vor ein Problem darstellt und gegenwärtig EU-weit bei 16, 2 % liegt (das Missverhältnis auf EU-Ebene lag 2006 bei 17,7 %, 2007 bei 17,6 %, 2008 bei 17,4 %, 2009 bei 16,9 % und 2010 bei 16, 4 %); in der Erwägung, dass die Anwendung des Grundsatzes des gleichen Entgelts für gleiche und gleichwertige Arbeit für die Verwirklichung der Gleichstellung der Geschlechter von entscheidender Bedeutung ist; in der Erwägung, dass die negativen Auswirkungen des geschlechtsspezifischen Lohngefälles auf Frauen bis ins Rentenalter spürbar sind und Frauen durchschnittlich Renten beziehen, die um 39 % niedriger als die Renten der Männer sind;

A. overwegende dat volgens de meest recente, voorlopige en onvolledige cijfers vrouwen in de Europese Unie gemiddeld 16,4% minder verdienen dan mannen in de EU en het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen in de lidstaten tussen 4,4% en 27,6% bedraagt, en overwegende dat – ondanks de uitgebreide wetgeving die al bijna 40 jaar van kracht is en ondanks de initiatieven die genomen zijn en de middelen die ingezet zijn om de kloof te dichten – er maar traag vooruitgang geboekt wordt (het beloningsverschil in de EU bedroeg in 2006 17,7%, in 2007 17,6%, in 2008 17,4%, in 2009 16,9% en in 2010 16,4%) en in sommige lidstaten de loonkloof zelfs nog breder is geworden, terwijl de loonkloof nog hoger kan uitvallen omdat de gegevens van twee lidstaten nog ontbreken;
A. in der Erwägung, dass den jüngsten vorläufigen und unvollständigen Daten zufolge Frauen in der gesamten Europäischen Union im Durchschnitt 16,4 % weniger verdienen als Männer in der EU und das geschlechtsspezifische Lohngefälle in den Mitgliedstaaten zwischen 4,4 % und 27,6 % schwankt, und in der Erwägung, dass – trotz der seit knapp 40 Jahren bestehenden maßgeblichen Gesetzgebung, den ergriffenen Maßnahmen und den gewährten Finanzmitteln zur Verringerung dieses Gefälles – nur ein äußerst geringer Fortschritt erkennbar ist (das Missverhältnis auf EU-Ebene lag 2006 bei 17,7 %, 2007 bei 17,6 %, 2008 bei 17,4 %, 2009 bei 16,9 % und 2010 bei 16,4 %), und das Lohngefälle sich in einigen Mitgliedstaaten sogar noch verschärft hat; wobei das geschlechtsspezifische Gefälle noch höher ausfallen könnte, da die Daten für drei Mitgliedstaaten noch ausstehen;

A. overwegende dat volgens de meest recente, voorlopige en onvolledige cijfers vrouwen in de Unie gemiddeld 16,4% minder verdienen dan mannen in de Unie en het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen in de lidstaten tussen 4,4% en 27,6% bedraagt, en overwegende dat – ondanks de uitgebreide wetgeving die al bijna 40 jaar van kracht is en ondanks de initiatieven die genomen zijn en de middelen die ingezet zijn om de kloof te dichten – er maar traag vooruitgang geboekt wordt (het beloningsverschil in de Unie bedroeg in 2006 17,7%, in 2007 17,6%, in 2008 17,4%, in 2009 16,9% en in 2010 16,4%) en in sommige lidstaten de loonkloof zelfs nog breder is geworden, terwijl de loonkloof nog hoger kan uitvallen omdat de gegevens van twee lidstaten nog ontbreken;
A. in der Erwägung, dass den jüngsten vorläufigen und unvollständigen Daten zufolge Frauen in der gesamten Union im Durchschnitt 16,4 % weniger verdienen als Männer in der Union und das geschlechtsspezifische Lohngefälle in den Mitgliedstaaten zwischen 4,4 % und 27,6 % schwankt, und in der Erwägung, dass – trotz der seit knapp 40 Jahren bestehenden maßgeblichen Gesetzgebung, den ergriffenen Maßnahmen und den gewährten Finanzmitteln zur Verringerung dieses Gefälles – nur ein äußerst geringer Fortschritt erkennbar ist (das Missverhältnis auf Unionsebene lag 2006 bei 17,7 %, 2007 bei 17,6 %, 2008 bei 17,4 %, 2009 bei 16,9 % und 2010 bei 16,4 %), und das Lohngefälle sich in einigen Mitgliedstaaten sogar noch verschärft hat; wobei das geschlechtsspezifische Gefälle noch höher ausfallen könnte, da die Daten für drei Mitgliedstaaten noch ausstehen;