Als waardering van de belegging in de dochteronderneming in overeenstemming met de alinea's 18C tot en met 18F onuitvoerbaar is (zoals omschreven in IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten), dan moet een beleggingsentiteit de vereisten van deze IFRS toepassen aan het begin van de vroegste periode waarop de alinea's 18C tot en met 18F toepasbaar zijn en die mogelijk de lopende periode is.
Ist die Bewertung der Anteile an einem Tochterunternehmen gemäß den Paragraphen 18C–18F undurchführbar (gemäß Definition in IAS 8 Rechnungslegungsmethoden, Änderungen von rechnungslegungsbezogenen Schätzungen und Fehler), wendet eine Investmentgesellschaft die Bestimmungen dieses IFRS zu Beginn des frühsten Zeitraums an, für den die Anwendung der Paragraphen 18C–18F durchführbar ist.