22. meent dat bij het uitstippelen van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid rekening moet worden gehouden met w
etenschappelijke en technologische ontwikkelingen en innovatie; wijst
erop dat de EU niet louter technologie moet exporteren, maar een daadwerkelijke samenwerking tot stand moet brengen die van het lokale kennispotentieel gebruikmaak
t en die potentiële oplossingen voor de specifieke problemen van de ontwikkelingslanden in
...[+++] de hand werkt;
22. vertritt die Ansicht, dass wissenschaftliche und technologische Entwicklung und Innovation bei der Ausarbeitung politischer Maßnahmen im Bereich der Entwicklungshilfe und der Entwicklungszusammenarbeit zur Geltung kommen müssen; betont, dass die EU über den reinen Export von Technologie hinaus eine echte Zusammenarbeit aufbauen muss, durch die die Einbeziehung des lokalen Wissens, der Aufbau von Handlungskompetenzen und die Konsolidierung im Sinne des Findens von Lösungen für die spezifischen Probleme der Entwicklungsländer gefördert werden;