5. De lidstaten raadplegen, overeenkomstig de toepasselijke wetgeving van de Unie, het publiek en de bevoegde autoriteiten, voor wie de uitvoering van de nationale programma’s ter beperking van de luchtverontreiniging gevolgen kan hebben vanwege hun specifieke verantwoordelijkheden op milieugebied die verband houden met luchtverontreiniging, kwaliteit en management op alle niveaus, over hun ontwerp voor een nationaal programma ter beperking van de luchtverontreiniging en over eventuele belangrijke wijzigingen voordat ze hier een definitieve vorm aan geven.
5. Vor Annahme der endgültigen Fassung des Entwurfs ihres nationalen Luftreinhalteprogramms und zu wesentlichen Aktualisierungen des Programms konsultieren die Mitgliedstaaten in Einklang mit einschlägigem EU-Recht die zuständigen Behörden sämtlicher Ebenen, für die aufgrund ihrer besonderen Umweltzuständigkeit auf den Gebieten Luftverschmutzung, Luftqualität und Luftqualitätsmanagement die Durchführung des nationalen Luftreinhalteprogramms von besonderem Belang sein dürfte.