Luidens het tweede lid van artikel 50 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wet van 26 juni 2001, worden de termijnen van verzet of hoger beroep, zoals bedoeld in de artikelen 1048, 1051 en 1253quater, c) en d) , van hetzelfde Wetboek, verlengd tot de vijftiende dag van het nieuw gerechtelijk jaar indien zij binnen de gerechtelijke vakantie beginnen te lopen en ook verstrijken.
Dem durch das Gesetz vom 26. Juni 2001 abgeänderten zweiten Absatz von Artikel 50 des Gerichtsgesetzbuches zufolge werden die Fristen für die Einlegung eines Widerspruchs oder einer Berufung im Sinne der Artikel 1048, 1051 und 1253quater c) und d) desselben Gesetzbuches bis zum fünfzehnten Tag des neuen Gerichtsjahres verlängert, wenn sie in den Gerichtsferien beginnen und ablaufen.