In ieder geval is het waarschijnlijk dat de Raad in zijn standpunt van 20 werkdagen is uitgegaan (dus 4 weken); de voorgestelde termijn van een maand past ook beter bij de door de rapporteur voorgestelde norm voor spoedige afhandeling bij uitbetaling van de schadevergoeding (amendement 31 van de rapporteur).
Es ist jedenfalls wahrscheinlich, dass im Standpunkt des Rates eine Frist von 20 Arbeitstagen (d.h. 4 Wochen) vorgesehen war, und der vorgeschlagene Zeitraum von einem Monat entspricht dem vom Berichterstatter vorgeschlagenen Leistungsstandard in Bezug auf Ausgleichszahlungen (Änderungsantrag 31 des Berichterstatters).