Ten aanzien van de bezoldiging of specifieke onderdelen van de bezoldiging kunnen de lidstaten, indien nodig na raadpleging van de sociale partners, bepalen dat van het in lid 1 vastgestelde beginsel kan worden afgeweken wanneer de uitzendkrachten, door een overeenkomst voor onbepaalde tijd of voor een duur van ten minste 18 maanden zijn gebonden aan het uitzendbureau dat hen passende en voortgezette vergoeding garandeert, ongeacht of zij al dan niet een uitzendopdracht vervullen.
In Bezug auf die Vergütung oder spezifische Bestandteile der Vergütung können die Mitgliedstaaten nach Anhörung der Sozialpartner die Möglichkeit vorsehen, dass von dem in Absatz 1 formulierten Grundsatz abgewichen wird, wenn Leiharbeitnehmer einen unbefristeten Vertrag bzw. einen Vertrag mit einer Laufzeit von mindestens 18 Monaten abgeschlossen haben, der ihnen eine angemessene und fortlaufende Entlohnung unabhängig davon gewährleistet, ob sie einem anderen Unternehmen überlassen werden.