Traduction de «maart 1998 vooraf » (Néerlandais → Allemand) :

« Schendt artikel 55, § 1, 1°, van het Waalse Wetboek van ruimtelijke ordening, stedebouw en patrimonium, zoals het van kracht was vóór 1 maart 1998, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de bouwaanvraag die voorziet in de aanleg van wegen niet onderwerpt aan een openbaar onderzoek, terwijl een soortgelijk onderzoek wel vooraf vereist is voor de behandeling van de verkavelingsaanvragen die in de aanleg van wegen voorzien ?
« Verstösst Artikel 55 § 1 Nr. 1 des wallonischen Gesetzbuches über die Raumordnung, den Städtebau und das Erbe, in der vor dem 1. März 1998 geltenden Fassung, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er den Bauantrag, in dem der Bau von Strassen vorgesehen ist, nicht einer öffentlichen Untersuchung unterwirft, während eine ähnliche Untersuchung wohl im voraus erforderlich ist für die Bearbeitung von Parzellierungsanträgen, die den Bau von Strassen vorsehen?

« Schendt artikel 55, § 1, 1, van het Waalse Wetboek van ruimtelijke ordening, stedebouw en patrimonium, zoals het van kracht was vóór 1 maart 1998, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de bouwaanvraag die voorziet in de aanleg van wegen niet onderwerpt aan een openbaar onderzoek, terwijl een soortgelijk onderzoek wel vooraf vereist is voor de behandeling van de verkavelingsaanvragen die in de aanleg van wegen voorzien ?
« Verstösst Artikel 55 § 1 Nr. 1 des wallonischen Gesetzbuches über die Raumordnung, den Städtebau und das Erbe, in der vor dem 1. März 1998 geltenden Fassung, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er den Bauantrag, in dem der Bau von Strassen vorgesehen ist, nicht einer öffentlichen Untersuchung unterwirft, während eine ähnliche Untersuchung wohl im voraus erforderlich ist für die Bearbeitung von Parzellierungsanträgen, die den Bau von Strassen vorsehen?

Bovendien is de verzoekende partij van oordeel dat de omstandigheid dat van de wet van 23 maart 1998 vooraf mededeling zou zijn gedaan krachtens artikel 93, lid 3, van het E.G.-Verdrag en door de Commissie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt zou zijn verklaard, geen afbreuk doet aan de vaststelling van ongrondwettigheid.
Im übrigen ändere nach Meinung des Klägers der Umstand, dass das Gesetz vom 23. März 1998 vorher aufgrund von Artikel 93 Absatz 3 des EG-Vertrags mitgeteilt und durch die Kommission als mit dem Gemeinsamen Markt vereinbar erklärt worden sei, nichts an der Feststellung der Verfassungswidrigkeit.

De heffing 1998 is ingesteld bij artikel 133 van de wet van 22 februari 1998, zonder dat derhalve enige terugwerking kan worden vastgesteld, aangezien bij artikel 147 van de wet van 25 januari 1999 de datum waarop de farmaceutische bedrijven hun omzet 1997 inzake terugbetaalbare geneesmiddelen dienden aan te geven, enkel werd verschoven naar 1 maart 1999, en de datum waarop die heffing, waartoe dus vooraf principieel was beslist, diende te worden betaald, werd verschoven naar 1 april 1999.
Die Abgabe 1998 sei durch Artikel 133 des Gesetzes vom 22. Februar 1998 eingeführt worden, so dass keinerlei rückwirkende Kraft festzustellen sei, da Artikel 147 des Gesetzes vom 25. Januar 1999 das Datum, an dem die pharmazeutischen Unternehmen verpflichtet gewesen seien, ihren Umsatz 1997 mit rückzahlbaren Arzneimitteln auf den 1. März 1999 und das Datum, an dem diese Abgabe, die also vorher grundsätzlich beschlossen worden sei, bezahlt werden musste, auf den 1. April 1999 verlegt habe.