In zake : de prejudiciële vragen over artikel 74, § 3
, van de wet van 29 maart 1962 « houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw », punt 12 van bijlage 2 van het decreet van het Vlaamse Gewest betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, artikel 192 van het decreet van het Vlaamse Gew
est van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijk ordening, de artikelen 7.5.4 en 7.5.6, eerste lid, eerste zin, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, geco
ördineerd op 15 mei ...[+++]2009, en artikel 58 van het Vlaamse decreet van 16 juli 2010 « houdende aanpassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en van het decreet van 10 maart 2006 houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid », gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Turnhout.In Sachen: Vorabentscheidungsfragen in Bezug auf Artikel 74 § 3 des Grundlagengesetzes vom 29. März 1962 über die Raumordnung und den Städtebau, Punkt 12 von Anhang 2 des am 22. Oktober 1996 koordinierten Dekrets der Flämischen Region über die Raumordnung, Artikel 192 des Dekrets der Flämischen Region vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung, die Artikel 7.5.4 und 7.5.6 Absatz 1 erster
Satz des am 15. Mai 2009 koordinierten « Flämischen Raumordnungskodex », und Artikel 58 des Dekrets der Flämischen Region vom 16. Juli 2010 « zur Anpassung des Flämischen Raumordnungskodex vom 15. Mai 2009 und des Dekrets vom 10. März 2006 zu
...[+++]r Festlegung dekretaler Anpassungen im Bereich der Raumordnung und des unbeweglichen Erbes infolge der Verwaltungspolitik », gestellt vom Gericht erster Instanz Turnhout.