Traduction de «maatregel beoogde personen » (Néerlandais → Allemand) :

Aangezien de beoordelingsbevoegdheid van de beslagrechter ten aanzien van het zekere, vaststaande en opeisbare karakter van de schuldvordering van de belastingadministratie uitgesloten is en bovendien volgens het vierde lid van artikel 8.1, § 3, van het besluit de gevolgen van de inhouding blijven bestaan zolang geen in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest is gewezen, worden de door de maatregel beoogde personen op onevenredige wijze geraakt in hun recht op een daadwerkelijk jurisdictioneel toezicht.
Da also die Ermessensbefugnis des Pfändungsrichters in Bezug auf die sichere, feststehende und einforderbare Beschaffenheit der Forderung der Steuerverwaltung ausgeschlossen ist und ausserdem gemäss Artikel 8.1 § 3 Absatz 4 des Erlasses die Auswirkungen der Einbehaltung bestehen bleiben, solange kein rechtskräftiges Urteil vorliegt, werden die von der Massnahme betroffenen Personen in unverhältnismässiger Weise in ihrem Recht auf eine effektive richterliche Kontrolle beeinträchtigt.

De regelingen voor de terugkeer, zowel van personen die internationale bescherming behoeven als van hen die hier geen recht op hebben, moeten worden beschouwd als een tijdelijke en uitzonderlijke maatregel waarmee wordt beoogd het menselijke leed als gevolg van de huidige grote migratiestromen tussen Turkije en Griekenland te stoppen.
Die Regelungen für eine solche Rückführung – unabhängig davon, ob die betreffenden Personen internationalen Schutz benötigen oder nicht – sollten nur als eine vorübergehende außerordentliche Maßnahme betrachtet werden, mit der das menschliche Leid beendet werden soll, das aus dem derzeitigen massiven Zustrom von Migranten aus der Türkei nach Griechenland resultiert.

De in artikel 3bis, § 2, beoogde personen daarentegen kunnen vanwege de rechter in koophandel evenwel van geen enkele maatregel genieten die het verbod verzacht.
Die Personen im Sinne von Artikel 3bis § 2 hingegen können nicht in den Genuss einer Massnahme zur Milderung des Verbots durch den Handelsrichter gelangen.

(5) Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) en overeenkomstig algemene beginselen van het recht van de Unie, dient elke maatregel die wordt getroffen in het kader van een bewakingsoperatie in verhouding te staan tot het beoogde doel, niet-discriminerend te zijn en volledig in overeenstemming te zijn met de menselijke waardigheid, de grondrechten en de rechten van vluchtelingen en asielzoekers, waaronder het beginsel van non-refoulement.
(5) Im Einklang mit der Verordnung (EG) Nr. 562/2006 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 15. März 2006 über einen Gemeinschaftskodex für das Überschreiten der Grenzen durch Personen (Schengener Grenzkodex) und den allgemeinen Grundsätzen des Unionsrechts sollten während eines Überwachungseinsatzes getroffene Maßnahmen in einem angemessenen Verhältnis zu den angestrebten Zielen stehen, nicht diskriminierend sein und die Menschenwürde, die Grundrechte sowie die Rechte von Flüchtlingen und Asylsuchenden, einschließlich des Grundsatzes der Nichtzurückweisung, uneingeschränkt achten.

(5) Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) en overeenkomstig algemene beginselen van het recht van de Unie, dient elke maatregel die wordt getroffen in het kader van een bewakingsoperatie in verhouding te staan tot het beoogde doel, niet-discriminerend te zijn en volledig in overeenstemming te zijn met de menselijke waardigheid, de grondrechten, de rechten van vluchtelingen en asielzoekers en het beginsel van non-refoulement.
(5) Im Einklang mit der Verordnung (EG) Nr. 562/2006 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 15. März 2006 über einen Gemeinschaftskodex für das Überschreiten der Grenzen durch Personen (Schengener Grenzkodex)14 und den allgemeinen Grundsätzen des Unionsrechts sollten während eines Überwachungseinsatzes getroffene Maßnahmen in einem angemessenen Verhältnis zu den angestrebten Zielen stehen, nicht diskriminierend sein und die Menschenwürde, die Grundrechte, die Rechte von Flüchtlingen und Asylsuchenden und den Grundsatz der Nichtzurückweisung, uneingeschränkt achten.

Aangezien de beoordelingsbevoegdheid van de beslagrechter ten aanzien van het zekere, vaststaande en opeisbare karakter van de schuldvordering van de belastingadministratie uitgesloten is en bovendien volgens het vierde lid van artikel 8.1, § 3, van het besluit de gevolgen van de inhouding blijven bestaan zolang geen in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest is gewezen, worden de door de maatregel beoogde personen op onevenredige wijze geraakt in hun recht op een daadwerkelijk jurisdictioneel toezicht.
Da also die Ermessensbefugnis des Pfändungsrichters in bezug auf die sichere, feststehende und einforderbare Beschaffenheit der Forderung der Steuerverwaltung ausgeschlossen ist und ausserdem gemäss Artikel 8.1 § 3 Absatz 4 des Erlasses die Auswirkungen der Einbehaltung bestehen bleiben, solange kein rechtskräftiges Urteil vorliegt, werden die von der Massnahme betroffenen Personen in unverhältnismässiger Weise in ihrem Recht auf eine effektive richterliche Kontrolle beeinträchtigt.

Aangezien de beoordelingsbevoegdheid van de beslagrechter ten aanzien van het bestaan van de voorwaarde van spoed gesteld in artikel 1413 van het Gerechtelijk Wetboek en ten aanzien van het zekere, vaststaande en opeisbare karakter van de schuldvordering van de belastingadministratie uitgesloten is, bovendien volgens het vierde lid van artikel 8.1, § 3, van het besluit de gevolgen van de inhouding blijven bestaan zolang geen in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest is gewezen, zelfs al staat vast dat er geen belastingschuld is, en ten slotte aan de fiscus niet de verplichting wordt opgelegd een dwangbevel uit te vaardigen of de opheffing van het beslag te verlenen binnen een redelijke termijn onder het toezicht van de beslagrechter, worden de door de maatregel beoogde personen op onevenredige wijze geraakt in hun recht op een daadwerkelijk jurisdictioneel toezicht.
Da also die Ermessensbefugnis des Pfändungsrichters in bezug auf das Vorliegen der Dringlichkeit gemäss Artikel 1413 des Gerichtsgesetzbuches sowie auf die sichere, feststehende und einforderbare Beschaffenheit der Forderung der Steuerverwaltung ausgeschlossen ist, ausserdem gemäss Artikel 8.1 § 3 Absatz 4 des Erlasses die Auswirkungen der Einbehaltung bestehen bleiben, solange kein rechtskräftiges Urteil vorliegt, auch wenn feststeht, dass es keine Steuerschuld gibt, und schliesslich der Steuerbehörde nicht die Verpflichtung auferlegt wird, eine Zwangsmassnahme zu erlassen oder die Pfändung innerhalb einer vernünftigen Frist unter der Aufsicht des Pfändungsrichters aufzuheben, werden die von der Massnahme betroffenen Personen in unverhältnismässigerWeise in ihrem Recht auf eine effektive richterliche Kontrolle beeinträchtigt.