Zo heeft het Hof op 13 mei 1986 in de zaak 175/84 Bilka-Kaufhaus v. Weber[8] geoordeeld dat het uitsluiten van deeltijdwerknemers van het genot van een uitsluitend door de werkgever gefinancierd bedrijfspensioen valt onder het in artikel 119 van het EEG-Verdrag opgenomen verbod wanneer kan worden aangetoond dat een dergelijke maatregel voornamelijk vrouwelijke werknemers treft, tenzij de werkgever kan aantonen dat de maatregel om objectieve redenen die niets met discriminatie te maken hebben, gerechtvaardigd is.
So entschied der Gerichtshof am 13.5.1986 in der Rechtssache 170/84 (Bilka-Kaufhaus/Weber[8] ), der Ausschluß der Teilzeitarbeitnehmer von einer ausschließlich vom Arbeitgeber finanzierten betrieblichen Rente verletze Artikel 119 EWG-Vertrag, falls festgestellt werden könne, daß eine derartige Maßnahme im wesentlichen weibliche Arbeitnehmer treffe, es sei denn, der Arbeitgeber könne die Maßnahme mit objektiven, jedem Gedanken an Diskriminierung fernstehenden Gründen rechtfertigen.