Ten slotte voorzien de artikelen 23 tot 31 van de ordonnantie van 25 maart 1999 in een geheel van maatregelen die door de strafrechter kunnen worden genomen (zoals straffen van verbeurdverklaring, volledige of gedeeltelijke stopzetting van de activiteit, verbod een professionele activiteit uit te oefenen, bekendmaking van het vonnis op kosten van de veroordeelde, of nog, terugbetaling van de door de overheid gemaakte kosten) en die ertoe strekken het opleggen van de eigenlijke strafrechtelijke geldboete te verzwaren.
Schliesslich sind in den Artikeln 23 bis 31 der Ordonnanz vom 25. März 1999 eine Reihe von Massnahmen vorgesehen, die der Strafrichter ergreifen kann (wie Strafen der Einziehung, der vollständigen oder teilweisen Einstellung der Tätigkeit, des Verbots zur Ausübung einer Berufstätigkeit, der Veröffentlichung des Urteils auf Kosten des Verurteilten oder die Erstattung der Kosten, die den Behörden entstanden sind) und die das Auferlegen der eigentlichen strafrechtlichen Geldbusse verschärfen können.