2. De instellingen bepalen in onderling overleg en na advies van het Comité voor het Statuut de maatregelen en acties ter bevordering van de gelijke behandeling van mannelijke en vrouwelijke ambtenaren, met name door een einde te maken aan de bestaande ongelijkheid ten aanzien van de kansen van vrouwen op de gebieden waarop het huidige Statuut betrekking heeft, en treffen de nodige maatregelen.
2. Die Organe legen nach Stellungnahme des Statutsbeirats einvernehmlich die Maßnahmen fest, die zur Förderung der Chancengleichheit von Frauen und Männern beitragen, wobei insbesondere die faktischen Ungleichheiten, die die Chancen der Frauen in den durch das Statut geregelten Bereichen beeinträchtigen, zu beseitigen sind. Sie erlassen zu diesem Zweck die entsprechenden Vorschriften.