(22) Lidstaten die tot dusverre onvoldoende maatregelen hebben genomen ter beperking van luchtverontreiniging, o.m. tenuitvoerlegging van de in punt 10 van bijlage XV genoemde richtlijnen binnen de in bedoelde richtlijnen vermelde termijnen, mogen niet in aanmerking komen voor uitzonderingsregelingen in de zin van artikel 20.
(22) Die Mitgliedstaaten, die bislang noch keine ausreichenden Maßnahmen zur Verringerung der Luftverschmutzung ergriffen haben, unter anderem durch Umsetzung der in Anhang XV Nummer 10 genannten Richtlinien innerhalb der in diesen festgelegten Fristen, sollten nicht berechtigt sein, die Ausnahmeregelungen des Artikels 20 in Anspruch zu nehmen.