F. overwegende dat de WTO-beroepsinstantie inzake India in zijn uitspraak over het schema van algemene preferenties van de EG op 7 april 2004 heeft verklaard dat de ontwikkelde landen verschillende tarieven mogen vaststellen voor producten uit verschillende begunstigde landen van het SAP, op voorwaarde dat een dergelijke behandeling in overeenstemming is met de overige voorwaarden van de machtigingsclausule en aldus non-discriminatie waarborgt tegen landen met dezelfde ontwikkeling en financiële en handelsbehoeften waaraan de voordelen ten goede moeten komen,
F. in der Erwägung, dass das WTO-Berufungsgremium in seiner Entscheidung zur Beschwerde Indiens über das APS der EG am 7. April 2004 festgestellt hat, dass Industrieländer unterschiedliche Zollsätze auf Waren mit Ursprung in verschiedenen durch das APS begünstigten Ländern erheben können, sofern diese unterschiedliche Behandlung den übrigen Bedingungen der Ermächtigungsklausel entspricht und somit Länder mit denselben entwicklungspolitischen, finanziellen und handelspolitischen Bedürfnissen, die mit Hilfe der Vergünstigungen in Angriff genommen werden sollen, nicht diskriminiert werden,