Sedert de wet van 18 juli 1991 heeft de wetgever evenwel gekozen voor een rekruteringswijze in de magistratuur die ervan uitgaat dat de kandidaten zich onderwerpen aan een vergelijkend examen of een examen op grond waarvan op een objectieve manier kan worden geoordeeld of zij de noodzakelijke maturiteit en bekwaamheid bezitten voor de uitoefening van het ambt van magistraat (artikel 259bis -9, § 1, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek).
Seit dem Gesetz vom 18. Juli 1991 hat der Gesetzgeber sich jedoch für eine Anwerbungsweise in der Magistratur entschieden, die davon ausgeht, dass die Bewerber eine Auswahlprüfung oder eine Prüfung, anhand deren objektiv beurteilt werden kann, ob sie die erforderliche Reife und Befähigung zur Ausübung des Amtes als Magistrat besitzen, ablegen (Artikel 259bis -9 § 1 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches).