« Wanneer de twee ouders, die niet samenwonen, het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen in de zin van artikel 374 van het Burgerlijk Wetboek, over een kind dat deel uitmaakt van het gezin van één van hen, wordt dit kind geacht deel uit te maken van een gezin dat minstens samengesteld is uit zijn beide ouders, voor de toepassing van deze paragraaf».
« Wenn zwei Elternteile, die nicht zusammenwohnen, die elterliche Gewalt gemeinsam im Sinne von Artikel 374 des Zivilgesetzbuches über ein Kind ausüben, das dem Haushalt eines von ihnen angehört, wird davon ausgegangen, dass dieses Kind zur Anwendung dieses Paragraphen einem mindestens aus seinen beiden Eltern bestehenden Haushalt angehört».