15. onderstreept, met het oog op de aanpak van de overblijvende tekortkomingen van de binnenlandse vervolging van oorlogsmisdaden, de noodzaak om vaart te maken met zulke vervolging; dringt aan op actualisering van het wetboek van strafrecht in overeenstemming met de hoogste internationale rechtsnormen, in het bijzonder met betrekking tot de definitie van misdaden tegen de menselijkheid, bepalingen inzake commandoverantwoordelijkheid en de wetten inzake misdaden in de vorm van seksueel geweld; dringt daarnaast aan op verbetering van de maatregelen op het gebied van getuigenbescherming;
15. betont, um verbleibende Unzulänglichkeiten bei der innerstaatlichen Verfolgung von Kriegsverbrechen anzugehen, dass es wichtig ist, solche Verfolgungen zügig voranzutreiben; fordert, dass das Strafgesetzbuch im Einklang mit den höchsten Standards des Völkerrechts aktualisiert wird, insbesondere hinsichtlich der Definition des Begriffs „Verbrechen gegen die Menschlichkeit“, der Bestimmungen über Kommandoverantwortung und der Gesetze, durch die festgelegt wird, was Verbrechen sexueller Gewalt sind; fordert darüber hinaus, dass die Maßnahmen des Zeugenschutzes weiter verbessert werden;