24. herinnert de lidstaten aan hun toezegging om een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te scheppen; betreurt dat deze werkzaamheden achterstand oplopen en verzoekt de Raad zijn inspanningen te verdubbelen om dit jaar meer vorderingen te maken; is bezorgd over de wijze waarop de Raad het Verdrag inzake wederzijdse bijstand in strafzaken heeft goedgekeurd en over het gebrek aan garanties met betrekking tot het recht op verdediging en het ontbreken van parlementair en gerechtelijk toezicht;
24. weist die Mitgliedstaaten auf ihre Verpflichtung hin, einen Raum der Freiheit, Sicherheit und des Rechts zu schaffen; bedauert, daß die Arbeit daran nicht fristgerecht verläuft, und fordert den Rat auf, seine Anstrengungen zu verdoppeln, um noch dieses Jahr Fortschritte zu erzielen; erklärt seine Bedenken dagegen, daß der Rat das Übereinkommen über die gegenseitige Rechtshilfe in Strafsachen angenommen hat und daß es an Garantien für die Rechte der Verteidigung sowie an parlamentarischer und gerichtlicher Überwachung fehlt;