Het door de bestreden bepaling gewijzigde artikel 259quater, § 3, tweede lid, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt het minimumaantal jaren dat een kandidaat voor het ambt van korpschef, op het ogenblik dat het mandaat daadwerkelijk openvalt, moet zijn verwijderd van de leeftijdsgrens bepaald in artikel 383, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek.
Der durch die angefochtene Bestimmung abgeänderte Artikel 259quater § 3 Absatz 2 Nr. 3 des Gerichtsgesetzbuches legt die Mindestzahl von Jahren fest, die ein Bewerber um das Amt als Korpschef zu dem Zeitpunkt, wo dieses Mandat tatsächlich frei wird, von der in Artikel 383 § 1 des Gerichtsgesetzbuches festgesetzten Altersgrenze entfernt sein muss.