De bestreden bepalingen mak
en deel uit van een geheel van maatregelen waarmee de wetgever het Gerechtelijk Wetboek heeft gewijzigd om
de regeling van het mandaat van de korpschefs, vastgesteld op zeven jaar en niet hernieuwbaar, zoals het was vastgelegd bij de wet van 22 december 1998, te vervangen door een regeling van een mandaat van vijf jaar dat onmiddellijk één keer hernieuwbaar is wanneer het gaat om een ander mandaat dan dat van eerste voorzitter van het Hof van Cassatie of van procureur-generaal bij het Hof van Cassatie (het n
...[+++]ieuwe artikel 259quater ) (Parl. St., Senaat, 2005-2006, nr. 3-1707/1, p. 4, nr. 3-1707/5, p. 49, en Kamer, 2005-2006, DOC 51-2646/003, p. 3).Die angefochtenen Bestimmungen sind Bestandteil eines Bündels von Massnahmen, mit denen der Gesetzgeber das Gerichtsgesetzbuch abgeändert hat, um die Regelung des auf sieben Jahre festgesetzten und n
icht verlängerbaren Mandats der Korpschefs - so wie es durch das Gesetz vom 22. Dezember 1998 eingefügt worden war -, durch eine Regelung mit einem Mandat von fünf Jahren, das ein einziges Mal unmittelbar verlängerbar ist, wenn es sich um ein anderes Mandat als dasjenige des Ersten Präsidenten des Kassationshofes oder des Generalprokurators beim Kassationshof handelt, zu ersetzen (neuer Artikel 259quater ) (Parl. Dok., Senat, 2005-2006, Nr. 3
...[+++]-1707/1, S. 4, Nr. 3-1707/5, S. 49, und Kammer, 2005-2006, DOC 51-2646/003, S. 3).