12. merkt op dat de EU sterke partnerschappen met derde landen en regionale organisaties moet opbouwen om de veiligheid en stabiliteit van de handel en de exploitatie van hulpbronnen veilig te stellen; wijst op het feit dat de EU dankzij een sterke maritieme dimensie van het GVDB waar nodig als een doeltreffende internationale bemiddelaar zou kunnen optreden;
12. stellt fest, dass die EU stabile Partnerschaften mit Drittstaaten und regionalen Organisationen schließen muss, um Sicherheit und Stabilität des Handels und der Ausbeutung von Ressourcen sicherzustellen; weist auf die Tatsache hin, dass eine ausgeprägte maritime Ausrichtung der GSVP der EU die Möglichkeit einräumen würde, nötigenfalls als effektiver internationaler Schlichter aufzutreten;