1. De lidstaten mogen het in de handel brengen en de ingebruikneming van toestellen die voldoen aan deze richtlijn niet verbieden, beperken of belemmeren, indien deze van de in artikel 10 bedoelde CE-markering zijn voorzien.
(1) Die Mitgliedstaaten dürfen das Inverkehrbringen und die Inbetriebnahme von Geräten, die den Bestimmungen dieser Richtlinie genügen und mit der in Artikel 10 vorgesehenen CE-Kennzeichnung versehen sind, nicht untersagen, einschränken oder behindern.