Wanneer een distributeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een werktuig dat voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen is bedoeld , niet in overeenstemming is met de essentiële eisen in bijlage I, mag hij het werktuig pas op de markt aanbieden nadat het in overeenstemming is gemaakt.
Ist ein Händler der Auffassung oder hat er Grund zu der Annahme, dass ein Gerät, das zum Gebrauch für die in Artikel 1 Absatz 2 Buchstaben a bis f genannten Verwendungen bestimmt ist, nicht mit den wesentlichen Anforderungen nach Anhang I übereinstimmt, stellt er dieses Gerät nicht auf dem Markt bereit, bevor ihre Konformität hergestellt ist.