Dit artikel bepaalt dat de Unie en de lidstaten ".ten volle rekening (houden) met hetgeen vereist is voor het welzijn van dieren" bij het "formuleren en uitvoeren van het beleid van de Unie op het gebied van landbouw, visserij, vervoer, interne markt en onderzoek, technologische ontwikkeling en de ruimte".
Danach sollen die Union und die Mitgliedsstaaten „bei der Festlegung und Durchführung der Politik der Union in den Bereichen Landwirtschaft, Fischerei, Verkehr, Binnenmarkt, Forschung, technologische Entwicklung und Raumfahrt [...] den Erfordernissen des Wohlergehens der Tiere als fühlende Wesen in vollem Umfang Rechnung [tragen].“