Na te zijn veroordeeld door de feitenrechters, die vaststelden dat de acties van Marra geen mening vormden die in de uitoefening van zijn ambt van lid van het EP was geuit, heeft Marra zich voor de Corte di cassazione beroepen op schending van het intern reglement van het EP, vanwege het feit dat niet was verzocht om „toestemming” voordat een vordering tegen hem werd ingesteld.
Die mit der Sache befassten Gerichte waren nicht der Ansicht, dass die Handlungen von Herrn Marra im Rahmen seines Amtes als Europaabgeordneter erfolgte Äußerungen darstellten, und verurteilten ihn; dieser machte daraufhin vor der Corte di cassazione geltend, dass gegen die Geschäftsordnung des EP verstoßen worden sei, da ohne vorheriges Einholen einer „Zustimmung“ Klage gegen ihn erhoben worden sei.