25. geeft uiting aan zijn diepe bezorgdheid over de verslechterende mensenrechten- en humanitaire situatie in Oost-Oekraïne en de Krim, die op instigatie van Rusland is teweeggebracht door rebellen en huurlingen, met berichten over martelingen, moorden, verdwijningen van journalisten en activisten en het nemen van gijzelaars, waaronder gevallen van ontvoering van kinderen; pleit voor een betere bescherming van burgers en voor het verlenen van humanitaire hulp door de Oekraïense autoriteiten in de betrokken regio's;
25. erklärt sich sehr besorgt darüber, dass sich die Menschenrechtslage und die humanitäre Lage in der Ostukraine und auf der Krim verschlechtert und dass diese Lage durch von Russland angestiftete Aufständische und Söldner verursacht wird, insbesondere durch Folterungen, Hinrichtungen, Verschleppungen von Journalisten und Aktivisten und Geiselnahmen, darunter auch Fälle von Kindesentführungen; fordert, dass die Zivilbevölkerung besser geschützt wird und dass die Regierung der Ukraine in den betroffenen Gebieten humanitäre Hilfe gewährt;