3. wijst nogmaals op het belang van de omzetting van de EU-economie in een hulpbronefficiënte economie; is daarom van mening dat de EU haar begroting moet aanwenden om tot minder verbruik van hulpbronnen en minder afhankelijkheid van invoer te komen, en tegelijkertijd tot meer recycling en herstel op het gebied van afval, water, materialen en land;
3. bekräftigt, dass die Wirtschaft der EU unbedingt zu einer ressourceneffizienten Wirtschaft werden muss; ist deshalb der Auffassung, dass die EU mit ihrem Haushaltsplan darauf hinwirken sollte, dass einerseits der Einsatz von Ressourcen und die Abhängigkeit von Einfuhren verringert und andererseits das Recycling und die Sanierung in den Bereichen Abfall, Wasser, Materialien und Böden intensiviert werden;