33. benadrukt echter dat voorstellen voor EU-bepalingen inzake materieel strafrecht volledig in overeenstemming dienen te zijn met het subsidiariteits- en het proportionaliteitsbeginsel, alsook met algemene beginselen van het strafrecht, en aanwijsbaar bedoeld moeten zijn om meerwaarde te creëren dankzij een gemeenschappelijke EU-aanpak bij de bestrijding van zware grensoverschrijdende criminaliteit, zoals in de resolutie van het Parlement van 22 mei 2012 over een EU-aanpak van het strafrecht wordt aangegeven;
33. betont jedoch, dass Vorschläge für ein materielles Strafrecht der EU die Grundsätze der Subsidiarität und Verhältnismäßigkeit sowie die dem Strafrecht zugrundeliegenden allgemeinen Grundsätze uneingeschränkt achten müssen und klar nachgewiesen werden muss, dass sie einen praktischen Mehrwert durch einen gemeinsamen EU-Ansatz bei der Bekämpfung schwerwiegender Straftaten von grenzüberschreitender Dimension erbringen, wie in der Entschließung des Parlaments vom 22. Mai 2012 zum EU-Ansatz zum Strafrecht gefordert ;