In deze verordening worden voorschriften gegeven voor het toepassen van maximumwaarden voor residuen die zijn vastgesteld voor een farmacologisch werkzame stof in een bepaald levensmiddel op een ander levensmiddel dat afkomstig is van dezelfde diersoort, en maximumwaarden voor residuen die zijn vastgesteld voor een farmacologisch werkzame stof in een of meer diersoorten op andere diersoorten (bv. de extrapolatie van maximumwaarden voor residuen).
Diese legt Regelungen über die Anwendung einer Rückstandshöchstmenge, die für einen pharmakologisch wirksamen Stoff in einem bestimmten Lebensmittel festgelegt wurde, auf ein anderes von derselben Tierart stammendes Lebensmittel bzw. die Anwendung einer Rückstandshöchstmenge, die für einen pharmakologisch wirksamen Stoff in einer oder mehreren Tierarten festgelegt wurde, auf andere Tierarten (d. h. Extrapolation von Rückstandshöchstmengen) fest.