Na de aanvullende controlebezoeken bij een onderneming in de keramische sector (glazuur) en een andere in de sector bakstenen en plavuizen (beide ondernemingen zijn tezamen goed voor meer dan 20 % van de invoer van bariumcarbonaat uit China, volgens de opgave van de medewerkende verwerkende bedrijven) wordt bevestigd (zie overweging 127 van de voorlopige verordening) dat bariumcarbonaat minder dan 8 % uitmaakt van de totale productiekosten van de verwerkende bedrijven.
Nach zusätzlichen Kontrollbesuchen bei einem in der Keramikindustrie (Fritten) tätigen Unternehmen und einem weiteren aus der Ziegel- und Fliesenindustrie (zwei Unternehmen, deren Einfuhren laut kooperierenden Verwendern zusammen über 20 % der Bariumcarbonateinfuhren aus der VR China ausmachen) bestätigte sich die Feststellung der Randnummer 127 der vorläufigen Verordnung, dass der Anteil an Bariumcarbonat an den Gesamtproduktionskosten der Verwender durchschnittlich weniger als 8 % beträgt.