2. De lidstaten zien erop toe dat onder hun bevoegdheid vallende aanbieders van mediadiensten geen cinematografische werken uitzenden buiten de met de rechthebbenden overeengekomen periodes.
(2) Die Mitgliedstaaten sorgen dafür, dass die ihrer Rechtshoheit unterliegenden Mediendiensteanbieter Kinospielfilme nicht zu anderen als den mit den Rechtsinhabern vereinbarten Zeiten übertragen.