Hun feitelijke en medische vaststellingen tijdens de uitoefening van hun controletaken hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel (artikel 153, § 2/1, van de ZIV-Wet).
Die faktischen und medizinischen Feststellungen, die die Vertrauensärzte während der Ausübung ihrer Kontrollaufgaben gemacht haben, haben Beweiskraft bis zum Beweis des Gegenteils (Artikel 153 § 2/1 des KIV-Gesetzes).