15. verzoekt de Raad rekening te houden met de toegenomen behoefte van Zuidoost-Europa aan meerjarige financiële hulpverlening; verklaart bereid te zijn met de Raad te onderhandelen over alle mogelijkheden die het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 biedt, met inbegrip van herziening en flexibiliteit bij rubriek 4 om in de nieuwe behoeften die zijn ontstaan, te voorzien, teneinde de stabiliteit in de regio te vergroten, met name na de positieve ontwikkelingen die in de Federale Republiek Joegoslavië hebben plaatsgevonden;
15. fordert den Rat auf, den vermehrten mehrjährigen Finanzhilfebedarf für Südosteuropa zu berücksichtigen; erklärt seine Bereitschaft, in Verhandlungen mit dem Rat im Rahmen der Möglichkeiten der interinstitutionellen Vereinbarung vom 6. Mai 1999 einzutreten, einschließlich der Revision der Rubrik 4 und ihrer Flexibilisierung, um den neu aufgetretenen Bedarf zu decken und die Stabilität in der Region zur erhöhen, insbesondere nach den positiven Entwicklung in der Bundesrepublik Jugoslawien;